De week van de groene tuin

In een groene tuin zie je de natuur nu tot bloei komen, hoor je de vele vogels en kun je met de kinderen op speurtocht naar insecten. Kijk eens goed rond in je eigen tuin. Zijn al die stenen en tegels wel echt nodig? Tijdens de ‘De Week van de Groene Tuin’ van 7 april tot en met Tweede Paasdag (13 april) willen Stichting Steenbreek en NL Greenlabel iedereen enthousiasmeren om de natuur in eigen tuin dichterbij te brengen.

Een groene tuin is voor veel mensen een rustpunt om naar te kijken, in te zitten of te werken. Tuinieren brengt je in beweging en zorgt dat je buiten bent. Kinderen kunnen heerlijk spelen en hun energie kwijt in een groene omgeving. Groen zuivert de lucht. En het is bewezen dat de aanwezigheid van groen een goede basis biedt om stress en depressie te voorkomen. Groen geeft plezier en ontspanning. Door verharding achterwege te laten waar deze niet strikt noodzakelijk is en het aanleggen van meer groen in de tuin of op het dak wordt regenwater beter in de bodem vastgehouden. Tijdens extreme regenval wordt het riool minder belast. En groen geeft schaduw en verkoeling in de steeds warmere zomers.

Groen is leven

Versteende tuinen of binnenplaatsen bieden de natuur maar weinig ruimte. Als er geen bloemen groeien, komen er geen insecten en kunnen bijen hun werk niet doen. In een stenen tuin vind je dan ook weinig tot geen leven, zeker niet onder de tegels. Terwijl in een groene tuin zeker de helft van de aanwezige soorten onder het maaiveld leeft. De bodem is de basis van elke levende tuin. Bacteriën, schimmels, insecten en regenwormen in de grond zorgen dat voedingsstoffen binnen het bereik van planten komen. Ze zijn essentieel voor gezonde en vitale planten en bloemen. Een rijk gevarieerde tuin met bomen, struiken, planten en misschien een vijver biedt vogels, vlinders, egels en andere diersoorten een plek om te leven.

Tip 1

Veel mensen nemen stenen in de tuin, omdat ze denken dat dit voor weinig onderhoud zorgt. Toch is uit onderzoek gebleken dat tuinen met veel verharding en dode materialen net zoveel onderhoud met zich meebrengen als groene en natuurlijke tuinen. Dit komt omdat er relatief veel te wieden is en te ‘poetsen’ terwijl groene tuinen vaak zelfregulerend zijn. Zo is het er koeler door het groen en hoef je minder water te geven. Vaste planten zorgen al snel voor een dekkend bladerdek waardoor er bijna geen onkruid tussen de planten groeit en gras hoeft niet meer zo vaak te worden gemaaid, want dan krijg je bloeiende klavers en andere mooie plantjes. Een levende tuin is goed voor iedereen en vergroenen is niet moeilijk, dus trek die stenen eruit en ga lekker met planten aan de slag.

Tip #2
Laat uw tuin leven! “In een levende tuin kunt u de natuur zien, voelen, horen, ruiken en proeven. Hierbij staat het stimuleren van biodiversiteit op een voetstuk. In dit soort tuinen heerst er een grote diversiteit aan plantensoorten, die bijdragen aan de biodiversiteit door middel van bloemen waar insecten op af komen. Dieren voelen zich hierdoor welkom. Insecten vinden het namelijk heerlijk om in een tuin te leven met veel geuren en kleuren. Wist u dat de investering in een levende tuin zelfs fiscaal aftrekbaar is? Meer informatie kunt u vinden in “De Levende Tuin” handleiding.

Tip #3
Zorg dat insecten een veilig plekje kunnen vinden. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een insectenhotel. Het Insectenhotel biedt nuttige insecten in de zomer een nest- en rustplaats, in de winter dient het als een geschikt winterkwartier. De nuttige insecten nestelen zich naar hun eigen behoeften in een van de verschillende “kamers”. Daarnaast kunt u bladeren in de tuin in een hoekje laten liggen. Insecten en andere dieren, zoals egels vinden het heerlijk om hier in te schuilen.